Het verhaal van Noor
Ik ben Davina Mertens, trotse mama van een prematuurtje. Wat een vechtertjes zijn dat toch, onze prematuurtjes. Hoe ons verhaal begon? Dat vertel ik je graag.
Op 3 december – sneller dan verwacht – werd ik mama van Noor. Een lief, klein brokje geluk. 1kg305 en 39 cm om precies te zijn. Een zwangerschap met ups en downs en een bevalling die niet van een leien dakje liep. Om te beginnen kreeg ik tijdens mijn zwangerschap verschillende bloedingen. De angst zat er telkens goed in om dat kleine meisje in mijn buik te verliezen. Gelukkig was er telkens niets ergs aan de hand. Op dertien weken zwangerschap kreeg ik een helse pijn in mijn maagstreek. De huisarts stuurde me naar huis met een doosje gaviscon en de woorden: ‘ Ja mevrouw, u heeft last van brandend maagzuur. Nu weet u hoe uw kindje zich zal voelen wanneer ze last zal hebben van reflux.’ Thuis aangekomen en 4 gavisconnen later werd de pijn alleen maar erger.
Kruipend op de grond van de pijn, belde ik mijn vriend op met de boodschap dat hij dringend naar huis moest komen van zijn werk. Aangekomen op spoed trokken ze meteen aan de alarmbel. Na een echo en een bloedonderzoek bleek ik een ontsteking te hebben aan mijn galblaas. Deze stond op springen en moest er meteen uit! Ja maar, ik ben zwanger! Een operatie met een kindje van 13 weken in mijn buik? En onder volledige narcose? Ging dat wel goed komen? Er flitsten zoveel doemscenario’s door mijn hoofd. Maar ik moest doorzetten want met een galblaas die op springen stond, had ik geen andere keuze.
Gelukkig verliep de operatie goed en herstelde ik vrij snel.
Na de gebruikelijke zwangerschapskwaaltjes, kreeg ik ook nog te maken met zwangerschapsdiabetes en een vermoeden van zwangerschapsvergiftiging. Gelukkig bleek er van dit laatste niets waar te zijn. Totdat in de nacht van 1 op 2 december mijn water brak. Ik had net de dag voordien mijn ziekenhuistas klaargemaakt, de enveloppen voor de geboortekaartjes geschreven en het doopsuiker afgewerkt. Een voorgevoel? Ik denk het wel. Ik had die dag wat last van buikpijn. Niets verontrustends, dacht ik. Na wat rust en een lekker warm kersenpittenkussen op mijn buik leek alles terug in orde te zijn. Helaas was dat niet het geval want die nacht brak mijn water. Precies zoals in de films. Ik voelde iets knappen in mijn buik gevolgd door een tsunami van vruchtwater. 10 min later stonden we al in het ziekenhuis van Hasselt.
Daar aangekomen werd ik meteen aan een infuus met weeënremmers en longrijping gehangen. Al snel werd het mij duidelijk dat ik daar niet zou mogen blijven. Ik zou worden overgebracht naar een ziekenhuis gespecialiseerd in vroeggeboortes. In ons geval, werd dit het ZOL in Genk. In Genk zouden ze proberen om de bevalling nog een 2-tal weken uit te stellen. Ik zou dan 32 weken zwanger zijn. Nog 2 maand te vroeg maar elke dag dat ons meisje extra in mijn veilig broedstoofje kon blijven, was mooi meegenomen.
Helaas zetten mijn weeën die avond – op 2 december – door. Rond 20u kreeg ik lichte buikpijn. Niets ergs of pijnlijk. Eerder een ongemakkelijk gevoel, dacht ik. Mijn vriend was al naar huis vertrokken. Hij had de volgende dag vroegdienst. De pijn werd steeds heftiger en al snel was het duidelijk dat ik weeën had. De vroedvrouwen hebben er alles aan gedaan om de weeën te stoppen. Maar op een gegeven moment had ik al 4 cm opening. Veel verder mocht dit niet toenemen want ons Noor lag in stuit en moest sowieso via keizersnede ter wereld komen.
Heel onverwachts bleek ik – op een half uurtje tijd – al 8 cm opening te hebben en kreeg ik ook persweeën. De paniek die er toen ontstond, zal ik nooit vergeten. De vroedvrouwen zijn met mijn ziekenhuisbed al spurtend naar het OK gereden. Een heel team mannetjes met maskers stonden me daar toen op te wachten.
Al brullend van de pijn van de persweeën probeerden ze – tevergeefs – een epidurale te prikken bij mij. Tot 3 keer toe mislukte dit en toen had ik geen andere keuze meer. Ik moest onder algemene verdoving worden gebracht. Grote paniek! Ik zou de geboorte van mijn dochtertje niet bewust kunnen meemaken. En waar is mijn vriend? Hij was er nog steeds niet. Al huilend ben ik onder narcose gebracht. Het ontwaken uit deze narcose was het begin van onze emotionele rollercoaster. Een verpleegster kwam mij vertellen dat Noor een goede start had gemaakt en dat ze nu op de NICU verbleef. Mijn vriend – die de geboorte van ons Noor maar nipt gehaald heeft – toonde me foto’s van onze prachtige dochter. Nog helemaal suf van de verdoving leek mij dit allemaal nogal mee te vallen. Ze leek klein maar niet super klein.
Een uurtje later mocht ik haar voor de eerste keer bezoeken. In mijn ziekenhuisbed werd ik naast haar couveuse gezet. Een mini baby’tje met heel wat kabeltjes en infuusjes. De eerste momenten voelde ik niets. Ik lag daar maar te liggen en te staren naar een super ienimini mensje. Is dat mijn meisje? Ik wist niet wat ik moest voelen.
Later op de kamer brak mijn moederhart. We werden zo abrupt van elkaar gescheiden. Je zou nog veilig in mijn buik moeten zitten. Maar daar lig je dan aan zoveel kabeltjes, buisjes en helemaal alleen in je huisje. Ik durfde je amper aanraken. Ik was bang dat ik je pijn zou doen. Je armpjes zo dun, je hoofdje zo klein, je nageltjes en je huid zo doorzichtig.
De eerste uren na de bevalling kon je zelfstandig ademen maar al snel kreeg je het moeilijk.
Daarom moest je ademhalingsondersteuning krijgen. Dat ziet er allemaal zo eng uit maar je had het zo nodig. Ik stond zoveel mogelijk aan je couveuse. Want dat was het enige wat ik kon doen voor jou. Er zijn en supporteren van aan de zijlijn. En bidden dat alles goed zou komen. Hopen dat je dit met al te weinig kleerscheuren zou doorstaan. Omdat je via een keizersnede ter wereld werd gebracht, moest ik 5 dagen in het ziekenhuis blijven. Gelukkig want dan was ik steeds dicht bij jou en kon ik zo vaak als ik wilde naar jou komen.
Ik probeerde me sterk te houden naast je couveuse. Jij was zo sterk, zo super flink. Ik vond dat ik dat ook moest zijn. Dat was ik je verschuldigd. Maar eenmaal in mijn ziekenhuiskamer, huilde ik met op de achtergrond het gehuil van andere baby’s die wel dicht bij hun moeder op de kamer mochten blijven. Hartverscheurend.
Na 5 dagen moest ik naar huis en reed ik elke dag 2 keer op en af naar Genk. 2 maanden stond ik dag en nacht naast je bed. Ik moest zo veel mogelijk bij je zijn. Slapen en eten waren bijzaak. Dat ging niet anders. Wanneer ik bij jou was, hield ik me sterk. Als ik naar huis vertrok, was ik ontroostbaar. Ik huilde de hele rit naar huis. Ik voelde mij leeg, onvolledig. Ik krijg nog steeds tranen in mijn ogen wanneer ik terug denk aan de vele alarmen die je deed. Toen je plots stopte met ademen en ze je moesten stimuleren om terug te beginnen ademen.
Stilletjes aan ging het beter met jou. Je had telkens minder en minder zuurstof nodig. Af en toe had je een mindere dag waardoor je terug een stapje achteruit ging Dan hield ik mijn hart vast. Is er iets mis? Ben je ziek aan het worden? Maar de volgende dag zette je er alweer 3 vooruit.
Je was zo sterk. Ik had en heb zoveel bewondering voor jou. Een vechtertje met enorm veel pit. Beter kan ik jou niet omschrijven.
Na 2 maanden mocht je het ziekenhuis verlaten. 2 maanden vol bange momenten maar ook erg mooie momenten. Geen prestatie was ooit te klein. Elke mijlpaal werd gevierd. Geen zuurstof meer nodig? Wauw! Van sondevoeding naar flesvoeding? Feest! Van een couveuse naar een verwarmd bedje? Yes! Je eerste badje? Fantastisch! Het verhuizen van de groene box naar de rode box? Joepie want dat was weer een stapje dichter bij de deur richting huis. Elke stap vooruit was een overwinning.
In die rode box kwam ik terecht bij een mama van een premietweeling. Zij vertelde me over het bestaan van VZW kleine held. Toen ik die avond naar huis reed, hoorde ik op studio brussel tijdens de warmste weekvertellen over deze VZW. Het verhaal van Sofie had me erg ontroerd en ik voelde me erg verbonden met haar. Zeker omdat mijn dochter ook Noor heet. Ik besloot om de VZW een berichtje te sturen en enkele dagen later ontving ik op de afdeling een superleuk pakketje met keileuke spulletjes in. Het heeft dan ook niet lang geduurd voor ik ons Noor dat leuke rompertje en mutsje kon aandoen. Heel fijn om je kindje kleding aan te kunnen doen die past. Want laat ons eerlijk zijn, een groot aanbod aan prematuurkleding is er niet.
Nu zijn we 7 weken thuis en inmiddels ben je een flinke baby van bijna 4 kg. Als ik kijk naar jouw eerste foto’s moet ik nog steeds even slikken. Je hebt zoveel moeten doorstaan. Zo hard moeten vechten. Ik ben zo fier op mijn kleine meid en ik kijk uit naar elke stap die je gaat zetten. Hoe klein of hoe groot deze stappen ook mogen zijn.
Premieouders, jullie mogen allemaal heel fier zijn op jezelf! You never know how strong you are until being strong is the only choice you have.